Record jaar voor de uilen
Het uilenbroedseizoen 2019 zit er op, tijd om de balans op te maken. Voor onze groep was 2019 een recordjaar. Door het rijke voedselaanbod (muizen) waren er nog nooit zo veel broedgevallen en zo veel jonge uilen. De hitteperiode begon gelukkig pas aan het eind van het broedseizoen. De belangrijkste uitkomsten 2019 zijn als volgt (tussen haakjes de cijfers over 2018):
- Aantal gastgevers 165 (156), dus een toename van 9
- Aantallen broedlocaties (vast en vrij):
- Totaal 237 (215), dus een toename van 22 (+10,2%)
- Kerkuil 93 (81), waarvan vast 84 en vrij 9
- Steenuil 144 (134), waarvan vast 128 en vrij 16
Qua omvang zijn we inmiddels de 3e groep van heel Brabant !
- Aantallen broedgevallen:
- Kerkuil 25 (15), dus een toename van 10 (+ 66,7%)
- Steenuil 51 (40), dus een toename van 11 (+ 27,5%)
- Aantal broedlocaties met 1 of 2 volwassen uilen (zonder broedgeval)
- Kerkuil 20 (16) en steenuil 10 (10)
- Aantallen eieren en jongen:
- Kerkuil: 132 (73) eieren en 117 (67) jongen
- Steenuil: 216 (133) eieren en 202 (113) jongen
Dus in 2019 totaal 319 (180) jonge uilen, een stijging van meer dan 77%.
Bij de kerkuil wordt dit vooral veroorzaakt door een forse toename van het aantal broedgevallen, bij de steenuil door een zeer grote groei van het aantal jongen per broedgeval.
- Gemiddeld aantal eieren en jongen per broedgeval
- Kerkuil: gem. aantal eieren 5,28 (4,87) en gem. aantal jongen 4,68 (4,47)
- Steenuil: gem. aantal eieren 4,24 (3,33) en gem. aantal jongen 3,96 (2,83)