Weidevogelbescherming, Kievit, Grutto en Scholekster, Steen- en Kerkuilen beheer, Mezen nestkasten, Gierzwaluw beheer, lezingen over vogels, vogelwerkgroep, VWGdeKulert, VWG de Kulert, Ossenbeemd, Milieu en natuurcentrum
De weidevogelwerkgroep beheert, samen met de boeren en Brabants Landschap, de weidevogel stand.
Vanwege de intensivering van de landbouw en het verdwijnen van hun leefgebieden zijn weidevogels bedreigd. Een groot deel van de wereldwijde populatie broedt in Nederland, dus zijn we verantwoordelijk voor het behoud van de hele soort. Onze vrijwilligers sporen legsels op zodat boeren er rekening mee kunnen houden tijdens hun werkzaamheden. In onze regio betreft het voornamelijk beheer van de Kievit en Scholekster en incidenteel de Watersnip en de Grutto.
In de afgelopen jaren zijn door areaalverlies en intensivering van de landbouw de meeste weidevogelsoorten in aantal achteruitgegaan en is ongeveer de helft op de rode lijst terechtgekomen. De trend van de laatste 10 jaar toont dat er nog steeds een afname is van de Kievit, Scholekster, Zomertaling, Slobeend, Kemphaan, Watersnip, Grutto, Veldleeuwerik en Graspieper. Er is een toename van de Tureluur, Wilde Eend, Kuifeend, Gele Kwikstaart en Wulp. In de door ons beheerde gebieden is de Kievit stabiel- tot licht toegenomen, zie jaarverslag 2015.
De provincie wil o.a. de weidevogel soorten beschermen door het hele leefgebied een impuls te geven, via zogenaamde leefgebiedplannen en bijbehorende subsidies. Het Brabants Landschap heeft een aantal van die subsidies aangevraagd om door te geven aan de boeren en vrijwilligers. Het betreft regeling van rustzones en het Pilot project ‘Kansen voor de ‘Kievit’
Regeling Rustzones
Door vrijwillige weidevogelbescherming komt de overgrote meerderheid van de weidevogelnesten uit, maar vervolgens hebben de kuikens geen schuilgelegenheid. Juist die de overleving van kuikens is cruciaal voor het voortbestaan van weidevogels. Daarom leggen we samen met vrijwilligersgroepen rustzones aan rond nesten van grutto, wulp, tureluur en gele kwikstaart. Zo’n rustzone is een stuk land waar geen bijvoorbeeld niet wordt gemaaid. Boeren krijgen een vergoeding voor de inkomsten die ze hierdoor mislopen. Die vergoeding wordt door Brabants Landschap uitgekeerd via de regeling rustzones.
Pilotproject ‘Kansen voor de Kievit’
De kievit gaat achteruit in Brabant. De vogels die nog over zijn gebleven broedt 85% op bouwland (akkers en dergelijke), waar kuikens continu gevaar lopen. Braakstroken en het uitstellen van bewerkingen vergroot de overleving enorm. Boeren kunnen, in samenwerking met lokale weidevogelgroepen, een vergoeding krijgen als ze hulp bieden aan kieviten. Het Brabants Landschap keert deze vergoeding uit.
De weidevogelgroep is werkzaam in een 18 tal gebieden rond Deurne en Vlierden. Het betreft hier percelen voor akkerbouw, zoals mais, schorseneren, bieten en aardappels en tevens ook een aantal graslanden. In geheel Deurne worden de weidevogelstanden geinventariseerd. Waar deze aanwezig is worden de boeren uitgenodigd om te overleggen of wij samen kunnen werken de vogelstand te handhaven of te vermeerderen.
Vanaf begin maart worden de werkgebieden regelmatig gemonitord. Er wordt gekeken of de weidevogels alleen nog foerageren, of er paar vorming is met territorium (broedgebied) annexatie of dat het gedrag dusdanig is dat er een nest in de buurt is of dat ze al op een nest zitten. Ook wordt gekeken of roofvogels zoals kraaien worden weggejaagd. Er wordt dan aan de rand van de akker met telescopen gekeken om de vogels de nodige rust te gunnen. De mogelijke nest locaties worden dan genoteerd met datum. Dit wordt enkele weken herhaald. De boeren worden inmiddels dan op de hoogte gebracht van de stand van zaken, tevens informeren zij ons of er en wanneer er landbouw activiteiten gepland zijn. Daarnaast moet ook op de temperatuur worden gelet. Bij een te lage temperatuur koelen de eieren te snel af. Afhankelijk van de situatie wordt er besloten om de akker te betreden en de nesten op te zoeken. Het echte veldwerk begint dan.
Van april tot en met juli wordt het veldwerk gedaan. In een gerekte lijn formatie wordt over het veld gelopen, ca. 3 meter uit elkaar. Er wordt nauwlettend gekeken naar de grond op oneffenheden en kleurverschillen. De Kievit kan zijn nest namelijk goed verschuilen. Nabij bomen zal je nesten niet vinden. De Kievit wil vrij zicht hebben om zo te kunnen vluchten of aanvallen afweren van bijvoorbeeld Kraaien. Ook als het land te nat is zal je geen nesten vinden. Typisch liggen de nesten ruim in het midden, en ver genoeg af van verkeer of paden rondom het veld.
Een Kievit legt meestal 4 eieren per nest. Wordt er een nest gevonden dan wordt deze gemarkeerd. Aan beide zijden van het nest worden stokken geplaatst. De stokken worden genummerd en geadministreerd in het veldboek. Zodoende kunnen de boeren goed zien waar er nesten liggen en kunnen ze er omheen rijden tijdens hun werkzaamheden.
Sommige boeren geven de voorkeur om de nesten verplaatsbaar te hebben. In dat geval worden de nesten in zijn geheel in rieten mandjes gelegd. De Kievits zijn niet kieskeurig en zullen de eieren hierdoor niet afstoten. De mandjes worden eerst met aarde gevuld, waarna het nestmateriaal en eieren er worden opgeplaatst. Het mandje wordt waterpas ingegraven. De Kievits aanschouwen dit op veilige afstand. Als de groep ca. een half uur weg is dan keren zij keurig terug naar het nest-mandje en zetten het broeden voort !
De akkers worden regelmatig bezocht, nieuwe nesten worden ontdekt en oude worden bekeken. Als de eieren uitkomen na 26-28 dagen, wordt bijgehouden hoeveel er met succes zijn uitgekomen.
Zodra duidelijk is dat rondom het nest geen activiteiten zijn, wordt het nest bezocht. Er wordt vastgesteld of de eieren zijn uitgebroed of, in het slechtste geval, dat ze door predatie zijn verdwenen. Predatie vindt vaak plaats door de vos, reigers en kraaien. De kraai wordt veelal door de Kievit weggejaagd. Als de Kievit echter te ver van het nest af is dan kan de kraai vaak toeslaan. In een gepredeerd nest zijn de eierschalen veelal nog groot. Als kleine deeltjes van de eierschalen in het nest zijn achtergebleven is het vrijwel zeker dat er jongen zijn uitgelopen.
De broedresultaten, broedparen, eieraantal en eierverlies door predatie wordt aansluitend geadministreerd. Uiteindelijk wordt alles verwerkt en en overzichtelijk in het jaaroverzicht weergegeven. Hierbij worden ook gegevens van andere vogelsoorten, bijzondere waarnemingen en dergelijke verzameld. In onze omgeving zijn dit veelal een aantal Scholekster paren, de Watersnip, de gele kwikstaart, Meerkoet en incidenteel de Grutto en de Wulp.
De gegevens worden tevens digitaal ingevoerd in het programma van de weidevogelbescherming.
waar n = aantal gevonden legsels (bij kievit is dit ca. 4 eieren per legsel)
http://www.boerenlandvogelsnederland.nl/naslagwerken/
http://www.brabantslandschap.nl/zelf-aan-de-slag/vrijwilligerswerk/weidevogelbescherming/
https://www.sovon.nl/nl/content/boerenlandvogels
Verspreiding en trends Kievit
Verspreiding en trends Grutto
Verspreiding en trends Kleine Plevier
Aad van der Pol tel: 0640151301
Bert Joppe tel: 0613975277
Niets van deze site mag worden overgenomen voor commerciële doeleindes